De sociaal werkers begeleiden ondanks de onrust in Burundi ieder 5 cliënten. Zo helpen zij mensen met het down syndroom, epilepsie en autisme.
Ze doen ervaring op en trainen hun vaardigheden om in de toekomst mensen met complexe problemen te helpen.
De hulp bestaat uit het creëren van bewustwording bij directe familieleden en buurtbewoners over mensen met een verstandelijke beperking, hun rechten en hoe zij hen kunnen helpen. Zo kunnen zij naar speciale centra of scholen voor mensen met een lichte beperking. Ook krijgen zij advies over medicatie en hoe zij specialistische hulp kunnen krijgen.
De bouw van het centrum is gereed. De sociaal werkers en hun coördinator gebruiken de kantoren. In de grote ruimte ontvangen zij ouders voor besprekingen of vergaderingen met de lokale autoriteiten.
Op de plantages werken de ouders van kinderen met een verstandelijke beperking. Zij verbouwen bananen, ananas, bonen, maïs en suikerriet. Met de opbrengst van de oogst worden de salarissen van de sociaal werkers betaald. Ook krijgen de meest kwetsbare gezinnen te eten van het land.
De supervisie vanuit de ARB is minimaal vanwege de onrust in het land. Zo is het momenteel ook niet mogelijk om de keuken verder af te bouwen. Dit omdat de benodigde controle vanuit de ARB niet mogelijk is, omdat zij niet dagelijks naar het centrum kunnen reizen.
